Huurrecht: een tijdelijk huurcontract?

Huurbescherming

In een eerdere column schreef ik al eens over huurbescherming. Ik stipte daar het belang van het sluiten van duidelijke huurovereenkomsten al aan om eventuele vervelende gevolgen te voorkomen. In deze bijdrage zal ik nader ingaan op de verhuur van woonruimte voor bepaalde tijd.

Al sinds 2016 zijn er wijzigingen door de wetgever doorgevoerd in het huurrecht met de Wet doorstroming huurmarkt. Sinds die tijd bestaat de mogelijkheid tot tijdelijke verhuur van woonruimte. Uit de wet volgt dat onder tijdelijke verhuur van woonruimte valt een huur aangegaan voor maximaal twee jaar voor zelfstandige woonruimte en maximaal vijf jaar voor onzelfstandige woonruimte. Een dergelijke huurovereenkomst eindigt volgens de wet automatisch en hoeft dus niet te worden opgezegd door een verhuurder. Wel dient een verhuurder de huurder te informeren over de einddatum van de huurovereenkomst. De verhuurder dient de huurder niet eerder dan drie maanden maar uiterlijk een maand voordat die bepaalde tijd is verstreken, schriftelijk te informeren over de dag waarop de huur verstrijkt. Als de gesloten huurovereenkomst dus aan de voorwaarden voldoet die de wet daaraan stelt en de verhuurder voldoet aan zijn informatieverplichting eindigt de huurovereenkomst automatisch. Een huurder heeft dan geen huurbescherming.

In de praktijk ontstaat er over de tijdelijke verhuur van woonruimte echter nogal eens discussie tussen verhuurders en huurders. Zo bestaat er nogal eens verschil van mening over de huurovereenkomst en over de informatieplicht van de verhuurder. Als het gaat om tijdelijke verhuur van woonruimte is er eigenlijk sprake van een zogenaamde “twee-trapsraket”.

Ten eerste dient de huurovereenkomst te voldoen aan de wettelijke vereisten. Het is dan van belang dat duidelijk uit de huurovereenkomst blijkt dat er een tijdelijke verhuur is overeengekomen. Het opnemen van bijvoorbeeld een minimale huurperiode of verlengingsmogelijkheden zorgt in de praktijk al voor discussie. Ten tweede dient de verhuurder aan de informatieverplichting te voldoen. Voldoet een verhuurder daar niet aan, dan is de huurovereenkomst niet geëindigd en loopt deze voor onbepaalde tijd door met als gevolg dat de huurder huurbescherming heeft. Huurders stellen in de praktijk het moment waarop deze aanzegging is gedaan en de ontvangst van de aanzegging ter discussie.

Met de mogelijkheid tot tijdelijke verhuur van woonruimte heeft de wetgever een mogelijkheid gecreëerd voor verhuurders om woningen voor korte duur te verhuren en waarbij de huurders beperkte huurbescherming hebben. Uit de praktijk blijkt echter dat er nogal eens iets mankeert aan deze huurovereenkomsten en de aanzegging.

Om te voorkomen dat verhuurders zich toch gedurende langere tijd ongewild geconfronteerd zien met huurovereenkomsten voor onbepaalde tijd, doen verhuurders er goed aan om zich tijdig te laten informeren door een deskundige. Zoals ik in mijn eerdere column al schreef kunnen voor een verhuurder vervelende situaties dan nog worden opgelost, of beter: worden voorkomen!

Meer lezen? Lees verder over huurbescherming op https://binnema-advocatuur.nl/column-ljouwert-huurbescherming/.