In de media: Leeuwarder Courant

De Leeuwarder Courant weidde ook een artikel aan de nieuwe manier van rechtspreken: via videoverbinding. De meningen zijn duidelijk nogal verdeeld onder de advocaten, maar het is Binnema Advocatuur bijzonder goed bevallen. Het hele artikel lees je op lc.nl (premium) of hieronder.
Strafrechtadvocaten vinden dat zij ten onrechte uit de rechtbank worden gehouden om verspreiding van het coronavirus te voorkomen.
Eén lijn trekken
Ook advocaat Paul Logemann vindt dat de rechtbank één lijn moet trekken. ,,Dat is nodig om de gelijkwaardigheid van de procespartijen te bewaken.’’ Een videoverbinding is te beperkt, meent hij. ,,Daarmee verlies je het zicht op het totaal. Het is maar net op wie de camera gericht is.’’ Ook ziet Logeman niet dat de aanwezigheid van een advocaat tot extra gezondheidsrisico’s leidt omdat er in de zittingszaal een grote afstand is – veel meer dan 1,5 meter – tussen de advocaten aan de ene kant en de rechters en officieren van justitie aan de andere kant.
‘Je kunt mensen niet in de ogen kijken’
,,We zullen moeten roeien met de riemen die we hebben’’, reageert advocaat Geralt Pots. Tegelijkertijd kan hij zich wel vinden in de kritiek van zijn collega’s. ,,Ik heb vooral telefonische zittingen meegemaakt. Dan mis je toch een stukje non-verbale communicatie. Je kunt mensen niet in de ogen kijken.’’Ook Pots begrijpt niet waarom onderscheid wordt gemaakt tussen de officieren van justitie en de advocaten. ,,Ongetwijfeld heeft de rechtbank moverende redenen, maar ik heb ze niet gehoord. Bovendien, die officieren komen allemaal uit Groningen. Als ze nu in het rechtbankgebouw in Leeuwarden hadden gezeten, had ik me er nog iets bij voor kunnen stellen.’’
Vraag om begrip
Advocaat Tjerk Binnema houdt zich vooral bezig met civiel recht, maar daar komt geen officier van justitie aan te pas. Hij is erg te spreken over de alternatieve aanpak. Vrijdag beleefde hij voor het eerst een zitting via een videoverbinding. ,,Het is gevoelsmatig een beetje gek om via een beeldscherm de rechter en de griffier te zien, maar het is me prima bevallen. Een dikke pluim voor de mensen die dit mogelijk hebben gemaakt.’’ Binnema wijst er op dat hiermee onder meer reistijd wordt bespaard.
‘Later zal verdere verfijning plaatsvinden’
Interim-rechtbankpresident Herman van der Meer zegt de kritiek van de strafrechtadvocaten heel goed te begrijpen, maar hij vraagt tevens begrip voor de noodsituatie – ,,wij zijn er ook min of meer door overvallen’’ – waar het landelijk crisismanagementteam van de gerechten mee werd geconfronteerd. ,,Het besluit is in nood genomen en geldt niet alleen voor de advocaten van verdachten, maar ook voor de advocaten van slachtoffers. Bovendien wilden we eenduidigheid voor alle soorten zittingen. Dit zal niet een systeem zijn dat op langere termijn ingevoerd wordt. Later zal verdere verfijning plaatsvinden. Daarbij zullen deze vragen – die ik me kan ik me voorstellen en die ook terecht zijn – worden meegenomen.’’